Jervis Bay en reisdag naar Lakes Entrance

Gisteren hadden een rustige en relaxte dag. Het was heerlijk warm dus hebben we ons ontbijtje lekker buiten kunnen eten. Na een langzame start van de dag was het tijd om eens rond te gaan kijken in Jervis Bay. Omdat het warm en zonnig is én ze hier prachtige stranden hebben, leek het ons een goed idee om een paar uur op een strandje te gaan liggen.
We rijden Booderee National Park binnen en gaan op zoek naar Murrays Beach. Het is nog rustig als we aankomen en het is hoogtij. We zien dat het water echt hoog staat en dat er maar kleine stukjes strand droog zijn. Voor ons perfect, want veel ruimte hebben we niet nodig met z’n 2en. Het baaitje is prachtig! Het water is turqoise en het zand weer hagelwit. Het voordeel van met de camper op pad zijn, is dat je steeds alles bij je hebt. Zo ook onze stoeltjes. Die hebben we dus mee het strand opgenomen zodat we lekker konden zitten.
We hebben een paar uur fijn zitten chillen todat we zagen dat het donker werd. We hadden al gezien dat er een regen- en onweersbui in de voorspellingen stond. Toen we de donkere lucht zagen, hebben we onze spullen weer bij elkaar gepakt en zijn we terug naar de camper gegaan. We waren precies op tijd voordat het begon te regenen. Voor ons geen probleem, want we moesten een half uurtje rijden naar de camping. Daar aangekomen was het weer droog. Het was inmiddels halverwege de middag en we besloten om de rest van de middag nuttig te besteden en een wasje te draaien.
Kilometers Vreten: Op weg naar Lakes Entrance
Na een heerlijke en rustige dag duiken we op tijd ons bed in. Vandaag stond namelijk volledig in het teken om van A (Jervis Bay) naar B (Lakes Entrance) te komen. Een rit van 600 kilometer.
Eerlijk is eerlijk, het was geen mega bijzondere dag, maar de rit was zeker niet vervelend. De route was verrassend gevarieerd: van gezellige kustdorpjes tot bosrijke omgevingen en glooiende heuvels met enorme weilanden. Vooral tijdens de tweede helft van de rit merkten we hoe uitgestrekt Australië kan zijn. We zijn kilometers lang geen mens, geen dorpje, geen teken van leven tegengekomen. Alleen maar bomen, weilanden en de eindeloze weg voor ons.
Na deze pittige rit zijn we blij dat we op onze plaats van bestemming zijn. De camping, Woodbine Tourist Park , is niet veel soeps, maar dat geeft niet. Morgen na het ontbijt gaan we direct weer door en hopen we koala’s te gaan zien!







Wat is je naam?
