Dove Lake

Dove Lake

Vandaag is onze laatste volle dag op Tasmanië. Vanuit Launceston rijden we zo’n 2 uur naar Cradle Mountain . Het weer is niet best vandaag; het regent aan één stuk door. We wisten al dat het weer in Cradle Mountain waarschijnlijk niet beter zou zijn. Hier regent het 9 van de 10 keer, dus daar waren we op voorbereid.

Het is de eerste keer dat we al onze wandelspullen ‘volle bak’ nodig hebben: wandelbroek, shirt, dikke jas, regenbroek, regenjas en de regencover voor de rugzak. Vanaf het bezoekerscentrum brengt een shuttlebus ons naar de start van de wandeling. In ons geval is dat de laatste stop van de bus.

We willen vandaag een rondje om Dove Lake gaan wandelen. Een tocht van zo’n 7 kilometer waar 2,5 uur voor staat. Ondanks dat er best wat mensen op dit punt uitstapten, merken we al snel dat we alleen lopen. Dit komt vast ook omdat we de route andersom doen. Dit geeft net een wat mooier zicht op de berg, al is deze volledig in de wolken en niet te zien als we starten… Iedere wandelaar moet zich inschrijven bij de start van de route, zodat ze kunnen controleren of iedereen ook weer veilig terug is.

De route slingert, zoals bij een ‘circuit’ te verwachten is, om Dove Lake heen. Het meer ziet er sprookjesachtig uit met de laaghangende wolken, regen, groene bomen en mos. Al snel horen we niks anders meer dan de kwakende kikkers om ons heen. Het pad is uitstekend begaanbaar. We blijven ons verbazen over Tasmanië; dit is weer zo’n ander uitzicht dan de wandelingen die we aan de kust gedaan hebben.

We lopen door een mysterieus bos met hoge bomen, watervallen en veel mos. Het is echt fascinerend om te zien. Af en toe komen we wat mensen tegen die even uitpuffen na het klimmen, maar we zijn vooral alleen.

Na 2 uur en 15 minuten zijn we terug bij ons startpunt en nemen we de shuttle terug naar de parkeerplaats. Daar twijfelen we even: gaan we direct richting Queenstown, waar we vannacht overnachten, of pakken we nog één laatste stop mee? Het is ons namelijk nog niet gelukt om de Tasmaanse Duivel in het wild te spotten. Deze diertjes zijn vooral ‘s nachts actief. Roadkills heb ik helaas al wel gezien. De Tasmaanse Duivel wordt met uitsterven bedreigd en ze doen er hier alles aan om de populatie op peil te houden. Er zit een opvangcentrum vlakbij onze parkeerplaats.

Een uitgelezen kans om deze bijzondere dieren toch in hun natuurlijke omgeving te spotten (met wat hulp van de mens), dus we gaan een kijkje nemen. Eenmaal binnen (of eigenlijk gewoon buiten) zien we al gelijk een paar duivels. Ze zijn een stukje groter dan ik had verwacht. Formaat kleine hond, zou ik zeggen. Eigenlijk zijn ze super schattig, totdat ze beginnen te schreeuwen… Wat een bijzonder geluid!

Deze ervaring pakken we toch weer mooi mee. Na een uurtje besluiten we richting onze laatste stop op Tasmanië te rijden. Nog een rit van 1,5 uur. We komen rond 17.30 uur aan in Queenstown, bij ons motel Silver Hills. Mijn hemel… Dit is echt next level… Aan dit motel is sinds de jaren 80 niks meer gedaan. En het dorpje is zeker zo erg. Alles, werkelijk alles is dicht of staat leeg, op een lokaal supermarktje na. We kunnen niets anders doen dan een hapje eten in ons motel. Dat viel gelukkig nog wel mee. Maar de kamer… en de badkamer… Poeh…

We gaan morgen dus zo snel mogelijk weg hier. Terug naar Hobart. Een behoorlijk eind, want we moeten 4 uur rijden. Terug in Hobart leveren we onze auto in en zeggen we Tasmanië vaarwel. We vliegen om 19.40 uur naar Sydney, waar we nog één volle dag blijven.

Wat is je naam?



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.